Volgens de Dao (of tao) is geluk ‘afgestemd zijn’ op de universele grondtoon. Iedereen heeft zijn toon. Als we onze eigen toon afstemmen op de grondtoon, ervaren we geluk, in een ritme van nacht en dag, vrouw en man, ademhaling en leven en dood. Zo ervaren we voortdurende transformatie. Het is een weg terug naar onze oorsprong, onze wortel, waar het ene uit voortkomt, waar vervolgens de tweeheid uit ontstaat en waar vervolgens de rest uit ontspruit. Zo komen we bij onze samengebalde leegte (vol van energie).
Als je zo bij je binnenruimte komt, de geest binnen de geest, kom je tegelijk op de verblijfplaats van chi, de essentie van de levenskracht. Je moet je binnenruimte uitmesten om telkens deze vitale essentie te laten ontstaan. Begrippen namen en dingen moeten we laten vallen. Ook de eenheid moeten we laten vallen voor deze leegte.
ik maak vorderingen:
wat bedoel je?
ik vergeet de rituelen
wat bedoel je?
ik vergeet medemenselijkheid en rechtvaardigheid.
wat bedoel je?
ik ga zitten en vergeet alles
wat bedoel je?
ik gooi mijn lijf en ledenmaten weg
ontdoe mij van mijn verstand, verjaag mijn ego
wat bedoel je?
ik verenig me met de grote doorstroom
ik krijg een oplossing aangeboden, doordat ik er niet aan denk
Een ethiek, die gebaseerd is op daoïsme is een ethiek die aansluit op (ons) natuurlijk ritme i.t.t. tot de ethiek die een correctie vormt op onze natuur (bijvoorbeeld die van het christendom of humanisme). Het gaat om waarden en niet om deugden, die afgeleid zijn uit die waarden.
Waarde bij Dao wil zeggen: afstemming op de weg, wuwei (doen door niet-doen), oorspronkelijk zijn als het onbewerkt hout, ontwijkend als smeltend ijs… Daoïstische ethiek is tegendraads , zonder expliciete regels en niet humannistisch omdat het geen beperkt humanistisch perspectief veronderstelt, dat vaak ook wat arrogant is, alsof wij alles in de hand zouden kunnen hebben. Het Daoïstisch perspectief is geen egoïstisch perspectief. Het heeft aandacht en zorg voor natuur, milieu en dier.
Het gaat bij daoïsme niet om onthechting, niet om ontstijging, niet om regels maar om natuurlijke balans. Natuurlijk moet je soms ingrijpen, dat volgt ook uit niet-doen.
Wat leid je?
Leefregels instellen leidt tot ontaarding. Wu wei zoek je in de zorgrelatie, die je hebt t.o.v de natuur en je medemens
Onderstaande link biedt een mooie studium generale lezing hierover door Maarten van Buren met een discussie na afloop:
http://www.sg.uu.nl/opnames/levenskunst-deugden-en-ondeugden/levenskunst-wu-wei-doen-door-niet-te-doen
Van het boek van de tao is er een prachtige nieuwe vertaling uit van Kristofer Schipper bij uitgeverij Augustus in Amsterdam.